Memorie van aangave der nalatenschap van wijlen Folkert Huizinga schuitenvaarder te Ezinge en aldaar overleden den 11 februari 1898 in de behuizing no. 814 waarin ten ............... domicilie was gekozen.
Ondergetekenden: Trientje Boerema weduwe van Folkert Huizinga zonder beroep te Ezinge als moeder en wettige voogdes over haren minderjarigen zoon Jan Huizinga bij haar door gezegden haren man in echte verwekt.
Daniël Huizinga zonder beroep te Ezinge verklaren dat Folkert Huizinga in ...............overleden, nalatende tot zeven erfgenamen naar de wet, zijne vier kinderen,
Jacob Huizinga commies bij de Rijkbelastingen te Delft.
Aaltje Huizinga zonder beroep te Ezinge, de aangever
Daniël Huizinga en de minderjarigen
Jan Huizinga
dat de beide eerstgenoemden Jacob Huizinga en Aaltje Huizinga die dezes jaren bij de griffier van de arrondissementsrechtbank te Groningen hunne aandeelen in deze nalatenschap hebben verworpen, zoodat de overblijvende ieder voor de helft hier in geregtenden dat de overledene in volle gemeenschap met de aangeefster Trientje Boerema is gehuwd geweest. dat deze gemeenschappelijken boedel bestaat uit het navolgende
Betreft | Actief | Passief |
---|---|---|
De helft in eene overdekte ijzeren trekschuit genaamd Ezinge groot twee en twintig tonnen met haken bomen zakken zeil en treil wagen en slede gebouwd op de werf te Briltil varende van Ezinge op Groningen viceversa voor dezes heeft gewaardeerd op | 2705,00 | |
De helft van een snik-paard op | 80,00 | |
Ene behuizing met erf en tuin groot 3 roeden 15 m.............. in de jaarlijks tot vaste huur f. 8,- hoorende en gelegen te Ezinge sectie A nummer 551 gewaardeerd op | 1200,00 | |
Huismeubelen beddegoed koper tin blik glas en aardewerk op | 200,00 | |
Van verscheidene personen tegoed volgens boek | 75,00 | |
Contanten | 20,00 | |
Gewerkt goud en zilver | 25,00 | |
1. Aan J. Vonk grossier te Ezinge volgens hypothecaire obligatie ............... de 12 Mei naar 5 procent gepast ............... voor den te Groningen residerenden notaris van Bommel van Vloten den 22 September 1896 groot f. 1400,- waarvan de helft ten laste van Jacob Huizinga de andere helft ten laste van de overledene Folkert Huizinga groot | 700,00 | |
2. Aan jonkvrouw Agnes ............... te Groningen kracht obligatie met hypotheek verleden voor den notaris R.A. Quintus notaris te Groningen 21 April 1893. Rentende op 1 Mei naar 4,5 procent | 1.000,00 | |
Rente vanaf 1 Mei 1897 tot den sterfdag | 31,25 | |
3. Aan J. Barkmeijer te Briltil nog verschuldigde kooppenningen volgens............... opgemaakte obligatie van den 13 Mei 1887 rentende 12 Mei naar 5 procent groot | 312,50 | |
Rente vanaf 1 Mei 1895 tot den sterfdag | 31,25 | |
4. Aan de spaarbank te Ezinge volgens onderhandsche obligatie van 5 July 1891 rentende 12 Mei naar 4,5 procent | 600,00 | |
Rente vanaf 12 Mei 1894 tot den sterfdag | 20,00 | |
5. Aan D.E. Wieringa landbouwer te Ezinge kracht onderhandsche obligatie van den 1 December 1884 rentende 12 Mei naar 4,5 | 400,00 | |
Rente vanaf 12 Mei 1897 tot den sterfdag | 13,25 | |
6. Aan W. Kuiper landbouwer te Ezinge volgens onderhandsche obligatie van 27 Mei 1887 rentende 12 Mei naar 4,5 procent | 300,00 | |
Rente vanaf 12 Mei 1894 tot den sterfdag | 10,00 | |
7. Aan Jakob Huizinga commis bij de Rijksbelastingen thans te Delft kracht onderhandsche obligatie van 20 July 1897 rentende 4 procent | 325,00 | |
Rente vanaf 20 July 1897 tot den sterfdag | 7,24 | |
8. Aan P. Broekema koopman te Groningen kracht onderhandsche obligatie van 3 July 1896 rentende 12 Mei naar 4,5 procent | 300,00 | |
Rente vanaf 3 July 1896 tot den sterfdag | 10,00 | |
9. Aan J. Vonk grossier te Ezinge kracht onderhandsche obligatie van 17 July 1878 rentende 1 Mei naar 4,5 procent | 250,00 | |
Rente vanaf 1 Mei 1897 tot den sterfdag | 8,45 | |
10. Aan P. Hoolsema rentenier te Ezinge volgens onderhandsche obligatie van 12 Mei 1886 rentende 12 Mei naar 5 procent | 300,00 | |
Rente vanaf 12 Mei 1897 tot den sterfdag | 3,70 | |
Al deze posten vanaf 1 tot en met 10 zijn wegens geleend geld | ||
Aan den heer P.R. Roelfsema stoomoliefabri kant te Groningen voor in 1897 geleverde lijnkoeken | 55,00 | |
Aan Daniël Huizinga den aangever voor in 1897 tot den sterfdag verdiend loon | 50,00 | |
Aan G. de Vries koopman te Groningen wegens in 1897 geleverde cokes en steenkool | 16,10 | |
Totaal | 4.305,00 | 4.802,04 |
Het Passief bedraagt | 4.802,04 | |
Het Actief | 4.305,00 | |
Het Passief overtreft alzoo het Actief | 497,04 | |
Hiervan de helft voor de weduwe en voor de nalatenschap van Folkert Huizinga | 248,52 | |
Hiervan afgetrokken lijfstoebehooren | 60,00 | |
Maakt een verlies | 188,52 |
Bezijdens verklaren de aangevers dat de overledene geene goederen in vruchtgebruik of als bezwaard erfgenaam bezat en dat door dit overlijden geene wettige uitkeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen.