FAMILIELEDEN

Evert Klaassens

? - Noorddijk 1771

x Grietje Jans


Evert Klaassens was provisioneel schoolmeester in Engelbert, maar overleed zeer kort na de geboorte van zijn dochter Afjen in 1771. Hij was getrouwd met Grietje Jans en had minstens één kind, Afjen, mogelijk meer kinderen. De exacte details rondom enkele van zijn kinderen zijn enigszins onzeker vanwege tegenstrijdige gegevens in de bronnen.

In Engelbert viel het schoolmeesterschap in die tijd vrijwel zeker samen met het koster-ambt. In de archiefinleiding van de Hervormde gemeente Noorddijk (waar Engelbert onder viel) staat expliciet dat “predikant en schoolmeester (die tevens koster was)” werden beroepen; dat geeft de lokale organisatie weer.

Voor het platteland rond Groningen blijkt bovendien dat de schoolmeester buiten de stad belast was met taken rond begravingen (permissiebiljetten, toezicht) en dat de koster-schoolmeester inkomsten en ontvangsten (collecten bij doop/trouw/overlijden, luiden doodsklok, lijklaken) in de boeken verantwoordde. Dat schetst heel concreet het pakket neventaken dat Evert naast lesgeven gehad zal hebben.

De functie was dus veel breder dan alleen lesgeven:

  • Onderwijs: lezen, schrijven, rekenen, catechismus.

  • Kerkdiensten: voorzanger, klokkenluider, soms schoonmaak van de kerk.

  • Begraafadministratie: grafrechten innen, bijhouden wie waar begraven lag.

  • Armenzorg: in sommige dorpen hielp de meester ook bij collectes en uitdelen van steun.


Algemene onderwijsgeschiedenissen voor de 18e eeuw bevestigen dit beeld: dorps-schoolmeesters gaven lezen/schrijven/catechese én deden kerkelijke neventaken (voorzanger, klokkenluider, doodgraver, schoonmaak).

Engelbert had al vroeg een eigen kerk (13e-eeuwse zaalkerk). Dorpsscholen waren in die periode doorgaans aan de kerk/het kosterijhuis gekoppeld; de lokale aanstelling verliep via kerkenraad en stemhebbende lidmaten.

Het woord provisioneel komt van het Latijnse provisio (“voorziening, tijdelijke toewijzing”). In de context van 18e-eeuwse dorpsscholen betekent dit dat Evert tijdelijk was aangesteld als schoolmeester, vaak in afwachting van een definitieve benoeming.

Provisionele benoeming

Het was heel gebruikelijk om een tijdelijke (provisionele) schoolmeester aan te stellen, bijvoorbeeld:

  • Bij overlijden van de vaste schoolmeester.

  • Als tussenoplossing totdat een nieuwe, “beëdigde” meester kon worden aangesteld.

  • Soms zelfs voor maanden of weken, bijvoorbeeld als de collator (vaak het stadsbestuur Groningen) nog bezig was met de formele procedure.

  • Als de vaste schoolmeester overleed of wegging, stelde de kerkenraad of de collator (meestal het stadsbestuur of de kerkvoogdij) een provisionele vervanger aan.

  • De tijdelijke meester kreeg meestal lagere bezoldiging dan een vast benoemde.

  • Soms trad een provisioneel schoolmeester later definitief in dienst, maar in Evert zijn geval is hij waarschijnlijk overleden voordat dat kon (doopakte dochter Afjen, februari 1771).

Wie benoemde hem?
In Engelbert viel de school onder de Hervormde gemeente Noorddijk en stond onder collatie van de stad Groningen.
Dat betekent:

  • De stad benoemde officieel de schoolmeester/koster.

  • De kerkenraad stelde vaak voorlopig iemand aan om het onderwijs door te laten gaan totdat de stad een officiële akte stuurde.

Evert Klaassens is waarschijnlijk zo’n tijdelijke invaller geweest — misschien zelf kandidaat voor een vaste benoeming, maar overleden voordat die plaatsvond.

Opleiding en bevoegdheid

Examens en scholing

In de 18e eeuw had de Republiek een systeem waarin schoolmeesters examen moesten doen voor een soort bevoegdheid.

  • In de stad gebeurde dit al heel vroeg, maar op het platteland was men vaak minder streng.

  • De classis (kerkelijke regio) organiseerde vaak toelatingsexamens waarin je werd getest op:

    • Lezen en schrijven

    • Rekenen

    • Bijbelkennis en catechismus (erg belangrijk)

    • Soms ook psalmzingen (omdat de schoolmeester ook voorzanger was)

  • Pas na een geslaagd examen kreeg je een akte van bekwaamheid.

 

Aantal leerlingen & lespraktijk

Leerlingenaantallen

Engelbert was in 1770 een klein agrarisch dorp.

  • Het dorp had toen hooguit 300–400 inwoners.

  • Aangenomen wordt dat de school 20 tot 40 kinderen telde, verdeeld over alle leeftijden.

Dagelijks onderwijs

  • Geen klassenindeling: alle kinderen zaten in één ruimte.

  • Vakken:

    • Lezen (bijbelteksten, psalmen)

    • Schrijven (pen en lei)

    • Rekenen (vooral hoofdrekenen)

    • Catechismus (godsdienstles)

  • Schooljaar: kinderen gingen vaak alleen ’s winters naar school, omdat ze in voorjaar en zomer meewerkten op het land.

Schoolgebouw

  • In veel dorpen stond de school naast de kerk of was het zelfs een kamer in de kosterij.

  • In Engelbert is zeer waarschijnlijk dat de school bij de kerk stond, gezien de koppeling tussen koster en schoolmeester.


Kon iedereen het worden?

  • Nee, niet zomaar.
    Een zekere geletterdheid was vereist, vooral omdat de schoolmeester meestal ook koster was en de kerkelijke administratie moest bijhouden.

  • Maar… in kleinere dorpen zoals Engelbert, met weinig kandidaten, kwam het wel voor dat iemand tijdelijk lesgaf zonder akte, bijvoorbeeld:

    • Een kandidaat die nog in opleiding was.

    • Een familielid van de vorige meester.

    • Soms zelfs een jonge student uit de stad.

Mijn vermoeden is dat Evert Klaassens in deze categorie viel: mogelijk al enigszins geschoold, misschien in afwachting van examen, en daarom “provisioneel” benoemd.

Hoofdmeester of enige meester?

In een dorp als Engelbert in 1770 was er maar één schoolmeester.

  • Geen aparte hoofdmeester of hulponderwijzer: het was een kleine dorpsschool, vaak in een vertrek naast de kerk of in de kosterij.

  • De schoolmeester gaf les aan alle leeftijden tegelijk: lezen, schrijven, rekenen, psalmzingen en godsdienst.

  • In Engelbert zullen het enkele tientallen kinderen zijn geweest, hooguit.