Wie is de “rentenier”? (harde bronnen)

• Het gaat om Jakob/Jacob Berends Huizinga (geb. ca. 1758 Maarhuizen – ✝ 1 sep 1823 Saaksum, gem. Oldehove).
  In de overlijdensakte staat hij expliciet als “rentenier” vermeld. Open Archieven+1

• Bij zijn 3e huwelijk (Oldehove, 07-10-1819) met Grietje Eites worden beiden als rentenier / renteniersche aangeduid (aktenr. 11). Dat bevestigt dat hij op latere leeftijd van inkomsten uit kapitaal/bezit leefde. Genealogie Online+1

• Contextnotitie bij hem: “boer onder Oldehove” en lidmaat doopsgezind (samenvatting), wat precies past bij het patroon van boeren die later van pacht en rente leven. Genealogie Online

Hoe kwam hij zo welgesteld? (beste aanwijzingen met herkomst)

1. Erfdeel uit de Maarhuizen-boerderijen (Wiersema / Gredema)
   Jakob is zoon van Berend Eijes en Anje Siegers; hun kinderen zijn onder meer Claas/ Eye Berents Wiersema, Sieger Berents Gredema, en Jacob Berends Huizinga. Dit wijst op familie-inbreng in meerdere (bekende) boerderijen bij Maarhuizen. Zulke erfdelen/beklemrechten leverden structurele pachtinkomsten op — een klassieke basis voor een rentenier. Genealogie Online

2. Provinciemeier / pachtpositie in de ouderlijke generatie
   Over vader Berend Eijes is genoteerd dat hij in 1745 zijn vader opvolgde “als provinciemeier” op de boerderij (runderpestjaar; pachtachterstand werd kwijtgescholden). Dat bevestigt een substantiële pacht- en grondpositie in de familie, waaruit kapitaal kon worden gevormd. Genealogie Online

3. Doopsgezinde investeringscultuur
   In vergelijkbare Huizinga-/Melkema-kringen zie je in de 18e–19e eeuw veel beleggingen in land en obligaties. Bij Jakob sluit dit aan: hij stopt met actief boeren en leeft van rente/pacht; zijn bruid Grietje Eites wordt in 1819 óók “renteniersche” genoemd. Dat duidt op kapitaal aan beide kanten. (Zie huwelijksvermelding en doperse context in de regio.) Genealogie Online

“Wat was zijn (huidig) huisadres?”

• In 1823 noteert de BS: “wonende te Saaksum (gem. Oldehove)” — zonder huisnummer (huisnummering zet pas na 1830 echt door). De akte zelf geeft dus geen exact adres. Open Archieven

• De korte, verifieerbare route naar het huidige adres loopt via het kadaster 1832:

  1. Kadastrale minuut + OAT 1832 voor kadastrale gemeente Oldehove (Saaksum valt daaronder; vaak sectie F). In de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel (OAT) staat bij elk perceel de eigenaar (of “erfgenamen van…”), met aanduiding “huis en erf” en perceelnummer. wiki.hisgis.nlCollectie Overijssel

  2. Voor Oldehove bestaan gescande OAT/minuutplan-bladen (o.a. RCE/GrA; secties met Saaksum). Met die perceelnummers kun je op HisGIS de ligging exact zien en vervolgens via de BAG op een huidig adres mappen. (De RCE-viewer blokt soms bots; de stukken zijn wel degelijk beschreven en toegankelijk.) Groninger Archievenbeeldbank.cultureelerfgoed.nl

Praktisch verwacht resultaat: omdat Jakob in 1823 overleed en zijn weduwe Grietje Eites in 1834 stierf, tref je de percelen in de OAT (peildatum 1832) waarschijnlijk op naam van “(erfgenamen van) Jakob Berends Huizinga” of Grietje Eites. Met zo’n OAT-regel (“huis en erf” + perceelnummer) kun je 1-op-1 naar het huidige adres vertalen.

Wat heb ik nu al concreet voor je gevonden (en hoe zeker is het)?

• Rentenier-status (harde akte): Overlijden 01-09-1823, Saaksum, beroep rentenier. ✔︎ (bron: Open Archieven/scans AlleGroningers). Open Archieven

• Rentenier bij huwelijk 1819 (aktenr. 11, Oldehove): zowel hij als bruid renteniers. ✔︎ (bron: samenvatting met aktereferentie). Genealogie Online

• Familie-grondpositie in Maarhuizen (Wiersema/Gredema-takken) → plausibele herkomst van kapitaal/pacht. Goed onderbouwd, maar de exacte perceelslijst voor Jakob vergt inzage OAT/notarieel. Genealogie Online+1

• Exact huidig adres: nog niet zonder de OAT-regel (1832) of een boedelinventaris 1823/1824.