FAMILIELEDEN

Folkert Huizinga

Ezinge 1892 - Assen 1988

x Dirktje Meijer


INTERVIEW MET DE HEER FOLKERT HUIZINGA (geb. 1892)

De heer Huizinga werd in 1892 te Ezinge geboren en kwam vervolgens in 1898 in de stad Groningen te wonen. In militaire dienst kwam hij bij het corps Grenadiers in Den Haag. Vanuit Den Haag solliciteerde hij bij de Keuringsdienst van Waren te Assen in 1916.

Assen had volgens Huizinga wel iets weg van Den Haag, zowel wat betreft de mentaliteit van de bevolking als ook het feit dat het een garnizoensplaats was.

In 1917 vond de oprichting plaats van de "Centrale Ned. Ambtenaars Bond", de CNAB, welke was aangesloten bij het NVV en dus de voorloper was van de ABVA.

Huizinga was wel SDAP-lid maar bemoeide zich meer met de ambtenaarsbond. De SDAP-afdeling hield in die tijd haar algemene ledenvergaderingen in het "'t Wapen van Drenthe" of in café Volthekker. Bestuursvergaderingen werden bij een van de bestuursleden thuis gehouden, bij toerbeurt.

In 1923 werd Huizinga gevraagd voor de gemeenteraad. Hij stemde daarin toe mits ze hem onderaan op de lijst zetten. Hij werd toen desondanks toch gekozen doordat er ruzie was om een wethouderszetel.

Van 1919 tot 1923 was J.E. Smit wethouder geweest en dat was slecht gevallen omdat de SDAP geen vuist kon maken en steeds met het beleid van de andere partijen mee moest gaan. Huizinga: "We hadden een wethouderszetel maar moesten weer een nemen". De groep Ten Napel wilde dat wel, de groep Franken, waarbij Huizinga, niet. Huizinga: "Ik wel wilde pas wethouder worden als wij een meerderheid in de raad zouden hebben en daar heb ik mij aan gehouden".

 


Franken werd in 1923 fractievoorzitter van een vijfpersonen fractie. Hij was een cdu-ma-joor; velen hadden daar iets op tegen. Er werd veel gehakketak, vooral tegen Kalma (VDB). Toen Kalma zijn raadszetel in wilde nemen, zei Franken: "Er zit geen lijm aan deze zetel!", één van de verhalen uit die tijd. Over Huizinga en andere jonge SDAP-raadsleden heeft Franken in latere tijd eens gezegd: "Als dartele veulens kwamen jullie in de raad".

Mevrouw Dirkje Huizinga-Meijer (huwelijk in 1920 te Groningen), geb. 1898 en overleden in 1951, was vele jaren, van 1929 tot 1946 penningmeesteres van de afdeling. Koos Vorink sliep meerdere malen bij de familie Huizinga als hij een rede hield in het Concerthuis of in Bellevue. Veel arbeiders waren er in die tijd slecht aan toe in de crisistijd en klaagden over de werkverschaffing bij de aanleg van het Peizerdiep.

Een belangrijk resultaat was in de jaren vlak voor de oorlog (1938–1939) de aankoop en realisatie van het Marktterrein.

In de oorlog waren velen ondergedoken. Franken zat in Vught. Lebbe ging in de oorlog de foute kant uit en werd tot wethouder benoemd. Hij stond Huizinga op te wachten om "onze mensen bij elkaar te roepen". Lebbe: "Kunnen we iets doen voor de arbeiders?" Huizinga: "Lebbe, dat doe ik nooit; ik ben nog niet vergeten wat de nazi’s omze Duitse partijgenoten aangedaan hebben." Lebbe heeft na de oorlog gezeten.

In '45/'46 noemden we de SDAP-afdeling hier in Assen de Democratisch Socialistische Partij, in afwachting op het landelijke besluit om Partij van de Arbeid te worden. Huizinga heeft nooit kunnen wennen aan die naam omdat hij, zoals vele SDAP-ers, de term "Socialistisch" daarin mist.